druppelslang 2.1 liter ondergronds, 25 meter

Wanneer je twee lengtes druppelslang langs elkaar wilt leggen, raden we aan om een afstand van 30 tot 50 cm aan te houden. Met deze afstand ben je verzekerd van een goed resultaat.

Je kan gemakkelijk bochten maken in de druppelslang. Houdt altijd rekening met de natuurlijke vorm van de druppelslang, zoals deze op de rol zit. Dit is de maximale buigradius. Mocht je scherpe bochten willen maken kan je hiervoor druppelslang koppelingen gebruiken.

Ja, dat kan. Je kan een druppelslang automatiseren door deze aan een besproeiingscomputer te koppelen. De besproeiingscomputer bevestig je op je buitenkraan, waar je vervolgens de druppelslang kunt aansluiten.

Ja, dat kan. Let er wel op dat je nooit door een druppellaar knipt, dit gaat een nadelig effect hebben op de rest van de druppelslang. Knip daarom altijd tussen druppellaars in en bij voorkeur zo recht mogelijk.

Je kunt de druppelslang het beste in de avond aanzetten. In de avond heb je het minste last van verdamping en is de werking van de druppelslang optimaal.

De druppellaars zitten aan beide kanten van de slang. Zo wordt er bij weinig ruimte in bijvoorbeeld een dichtbegroeide border, ook voldoende bewaterd.

Een druppelslang heeft kleine gaatjes op een afstand van 30 cm en geeft daardoor van het begin tot het eind zijn water consequent af. Een zweetslang geeft door de poreuze buitenwand over de gehele slang water af, waardoor de slang in het begin van de slang meer water af geeft dan aan het eind van de slang. Een druppelslang is een stugge leiding, zweetslang een flexibele leiding.